Algemeen

Financiële samenvatting

Financiële samenvatting

In het jaarverslag en de jaarrekening  legt het college van burgemeester en wethouders verantwoording af over het in 2020 uitgevoerd beleid.  Het jaarverslag en jaarrekening 2020 zijn, conform hetgeen door het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is voorgeschreven, opgebouwd overeenkomstig de programmabegroting 2020.
In dit hoofdstuk wordt het financiële overzicht weergegeven en wordt uw raad voorgesteld  een aantal  budgetten die in 2020 niet tot besteding zijn gekomen middels bestemming van resultaat over te hevelen naar begrotingsjaar 2021.
Bij onderdeel programma's wordt per begrotingsprogramma verslag gedaan over de resultaten in 2020. Per programma worden daarin de volgende onderdelen behandeld:

  • Wat wilden we bereiken?
  • Wat hebben we bereikt?
  • Wat hebben we daarvoor gedaan?
  • Waaraan kunnen we zien wat we hebben bereikt?
  • Wat heeft het gekost?

Auditcommissie
Overeenkomstig de bepalingen in de gemeentewet moet de gemeenteraad jaarlijks vóór 15 juli het jaarverslag en de jaarrekening vaststellen. Voor de behandeling in de gemeenteraad zal de auditcommissie de jaarstukken in haar vergadering op technische aspecten bespreken. De commissie rapporteert voorafgaand aan de  behandeling van de  jaarstukken over zijn bevindingen aan uw raad.

Hoofdlijnen financieel resultaat
De jaarrekening 2020 laat een negatief resultaat zien van € 1.539k. Dat is € 177k hoger dan begroot.
Het incidentele deel inclusief kosten voor Corona bedraagt € 1.402k (zie bijlage Incidentele baten & lasten). Het structurele deel betreft 137k nadelig.
De opbouw van dit saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een aantal majeure posten waarvan in deze samenvatting een overzicht wordt weergegeven.  Bij onderdeel programma's wordt per programma bij "wat heeft het gekost?" een uitgebreide toelichting gegeven op afwijkingen ten opzichte van de begroting na wijzigingen op niveau van lasten, baten en toevoegingen en onttrekkingen aan op het betreffende programma betrekking hebben de reserve(s).

In de navolgende tabel zijn, voor mutaties reserves, de lasten -93k hoger dan begroot maar de baten
zijn anderzijds 148k hoger dan begroot. Per saldo heeft dit een resultaat effect van afgerond 55k.
De toevoeging aan reserves is 459k lager dan begroot, anderzijds is de onttrekking ook
690k lager dan begroot.
Meer toelichting op de mutaties reserves treft u in de programma's. Hieronder de verklaringen op
hoofdlijnen mbt het totaalresultaat na mutaties reserves ad 231k nadelig, wat in de navolgende tabel aan u gepresenteerd wordt.

De lagere dotatie reserves ad 459k kan met name verklaard worden door :
- de dotatie aan de reserve weerstandsvermogen is 428k lager dan nodig obv de risico inventarisatie
- de dotatie aan de reserve bestemmingsplannen was 20k lager en de dotatie aan de reserve
  meerjarenbeleidsplan sociaal domein was 30k lager in verband met een bezuiniging op eenzaamheid

De lagere onttrekking reserves ad 690k kan met name verklaard worden door:
- omdat er minder kosten voor onderhoud wegen zijn gemaakt, was er minder geld uit de  
  bestemmingsreserve nodig om de lasten te dekken. Minder kosten voor onderhoud wegen
  betekent ook een lagere onttrekking.
- zoals hier voor al beschreven was de dotatie aan de reserve weerstandsvermogen is 428k lager dan
  nodig obv de risico inventarisatie en hierdoor was de onttrekking uit de algemene reserve, ter
  dekking hiervan, ook 428k lager.
- ivm lagere kosten voor het meerjarenbeleidsplan sociaal domein en lagere kosten voor mobiliteit
  waren de onttrekkingen lager voor respectievelijk 57k en 52k.

Meer informatie over de mutaties reserves treft u in de programma's.

Bedragen *€1.000

Totaal programma

Begroting primair

Begroting
na wijziging

Rekening

Verschil

Lasten

-23.649

-28.696

-28.789

-93

Baten

22.028

25.824

25.971

148

Saldo lasten / baten

-1.621

-2.872

-2.817

55

Toevoeging reserves

0

-1.253

-794

459

Onttrekking reserves

1.630

2.762

2.072

-690

Saldo reserves

1.630

1.510

1.279

-231

Resultaat

8

-1.362

-1.539

-177

Verloop begrotingssaldo

Het verloop van het begrotingssaldo na verwerking mutaties uit bestuursrapportages en begrotingswijzing en is als volgt:

Omschrijving

x € 1.000

A

Saldo primaire begroting 2020

8

B

Saldo 1e Berap 2020

-517

C (A+B)

Begrotingssaldo na 1e berap en amendement

-509

D

Resultaatbestemming (budgetten) Jaarstukken 2019

0

E

Saldo 2e bestuursrapportage 2020

-854

F (C t/m E)

Subtotaal begroting na alle wijzigingen

-1.363

H

Saldo rekeningresultaat

-177

I (G+H)

Saldo na mutaties reserves

-1.539

Het punt D Resultaatbestemming jaarstukken 2019 waar een 0 genoteerd wordt, behoeft toelichting. Er is een voorstel tot budgetoverheveling gedaan bij de jaarrekening 2019. Deze is bij de 1e bestuursrapportage 2020 verwerkt. Echter bij vaststelling van de jaarrekening 2019 is de budgetoverheveling  niet aangenomen. Deze is derhalve bij de 2e bestuursrapportage 2020 ongedaan gemaakt.

Afwijkingen
In onderstaand overzicht is een analyse opgenomen van de afwijkingen met een materiële afwijking  ten opzichte van de programmabegroting 2020 na verwerking van de tweede bestuursrapportage 2020. Daarbij is aangegeven of de afwijking van structurele (S) of van incidentele (I) aard is. Mutaties die een budget neutraal effect hebben zijn niet in dit overzicht opgenomen. budget neutrale mutaties hebben immers geen effect op het resultaat.  Dit betreft voornamelijk mutaties die uit een reserve worden gedekt.
In onderstaand overzicht zijn de afwijkingen met een bedrag groter dan bij benadering € 50k vermeld.  
In de toelichting bij de programmaverantwoording wordt bij elk programma onder "Wat heeft het gekost?" alle afwijkingen ten opzichte van de begroting verder toegelicht. Deze samenvatting is bedoeld om uw Raad een quick scan van het resultaat te bieden. Informatie over de doorsnede met betrekking tot kosten Corona treft u in de bijlage incidentele baten en lasten.

Met betrekking tot de navolgende tabel met betrekking tot majeure verschillen, kan opgemerkt worden, dat de opbrengsten uit onroerendezaakbelasting (OZB) en afvalstoffenheffing zijn achtergebleven bij de in de begroting opgenomen opbrengsten. Als belangrijkste oorzaak hiervoor geldt dat zowel bij de OZB als bij afval in 2019 met een te hoog verwacht niveau aan opbrengsten rekening is gehouden. Hierdoor is in 2019 een te hoog bedrag aan opbrengsten verantwoord hetgeen in 2020 neerwaarts moet worden gecorrigeerd.

Bij de afvalstoffenheffing is daarnaast in 2019 en 2020 rekening gehouden met te hoge vergoedingen voor ingezameld glas, papier en PMD.  Daarom moest ook hiervoor een neerwaartse bijstelling op de opbrengsten plaatsvinden.


Programma

Bijstellingen na Berap II 2020

x € 1000

I / S*

Voordelig:

Organisatiebreed

Lagere salarislasten/hogere inhuur

347

I

Ruimtelijke zaken

Doorwerking bezuiniging mobiliteit

66

i

Sociaal domein

Lagere uitgaven bijstandsuitkeringen

98

I

Sociaal domein

Geen extra bijdrage zwembad

45

I

Financiën

Hogere algemene uitkering

92

I

Subtotaal voordelig :

648

Nadelig:

Ruimtelijke zaken

Niet gerealiseerde opbrengst grondstoffenafval

-117

I

Ruimtelijke zaken

Lagere afvalstoffenheffing nav afrekeningen 2019 en 2020

-110

I

Ruimtelijke zaken

Hogere kosten afvalverwerking

-64

I

Financiën

Hogere ICT kosten migratie, beveiliging en e-facturatie

-89

I

Financiën

Lagere ontvangsten OZB (306k 'I' en 123k 'S')

-429

I/S

Subtotaal nadelig :

-809

Subtotaal nadelig + voordelig

-161

Overige posten per saldo

-16

Totaal

-177

* I=incidenteel en S=structureel, exclusief bugetneutrale verschillen

Resultaatbestemming

Van een aantal producten en activiteiten is het door uw raad beschikbaar gestelde budget niet of gedeeltelijk besteed. Om deze activiteiten in 2021 alsnog uit te kunnen voeren of voort te zetten, wordt voorgesteld om de volgende budgetten in 2021 beschikbaar te stellen.

Programma

Onderwerp

x € 1.000

Resultaat jaarrekening 2020

-1.539

Algemeen bestuur

Voorbereidingsbudget verkiezingen

-22

Ruimtelijke zaken

Onderhoudsbudget bruggen en kademuren

-18

Sociaal domein

Doorgaande leer-ontwikkellijn

-15

Sociaal domein

Corona compensatie peuterspeelzalen

-6

Sociaal domein

Corona compensatie reintegratie, bijzondere bijstand en schuldenbeleid

-9

Totaal over te hevelen budget naar volgend boekjaar

-70

Algemene reserve

Onttrekking

-1.609

Toelichting budgetoverhevelingen

Voorbereidingsbudget verkiezingen
In 2020 is er extra budget ontvangen vanuit het rijk voor de organisatie van de verkiezingen. De verkiezingen vinden echter pas plaats in 2021. Hierdoor worden de meeste kosten ook pas in 2021 gemaakt en is een groot gedeelte van het ontvangen geld nog beschikbaar.

Onderhoudsbudget bruggen en kademuren

Door de Corona en personele wisseling is het budget "bruggen/kademuren" van 2020 niet volledige gebruikt. In 2020 is een restant budget van ruim €  18k ongemoeid gebleven.Het onderhoud aan verschillende bruggen dient alsnog uitgevoerd te worden en hiervoor is het budget van 2021 niet toereikend. De aankomende jaren is in de begroting bezuinigd en is het dus moeilijk geen achterstand op het onderhoud te krijgen


Doorgaande leer-ontwikkellijn
Pas in december 2020 is  een start gemaakt met de pilot Zorgstructuur in de kinderopvang. De al bestaande doorlopende leerlijn vanaf de basisschool gaat met deze pilot starten op jongere leeftijd bij de kinderopvang. Het beschikbare budget voor deze pilot was 34k. De vertraging werd veroorzaakt door diverse omstandigheden:
•   GGD (partner in de pilot) kon wegens gebrek aan personeel de gevraagde fte niet leveren;
•   SPIRIT (partner in de pilot) verhoogde de kosten.
•   Kinderopvang organisatie van Berend Botje locatie leidster werd langdurig ziek waarmee
               het maken van afspraken op de lange baan werd geschoven
•   Corona maakte het voor de kinderopvang organisaties van belang te prioriteren. Dit t.g.v.
               de aantallen op te vangen kinderen en instroom van andere kinderen dan gebruikelijk in de
               noodopvang.
Gezien onze financiële situatie is kritisch gekeken naar de voortgang van deze pilot. Voor een gedeelte van de pilot zijn al verplichtingen aangegaan. We hebben besloten om de pilot in beperkte vorm door te laten gaan met de onderdelen waarvoor een verplichting is aangegaan.
Benodigd is een bedrag van 15k.

Corona compensatie peuterspeelzalen
Ouders die niet in aanmerking komen voor de reguliere kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst (niet werkende ouders) worden door de gemeente gesubsidieerd met een gemeentelijke toeslag. Ouders komen op basis van hun inkomen in aanmerking voor de toeslag, maar dienen ook een eigen bijdrage te betalen.
In de periode dat de kinderopvangorganisaties gesloten waren hebben ouders deze eigen bijdrage door moeten betalen zonder dat ze gebruik konden maken van de opvang. Het Rijk heeft gemeenten gevraagd deze bijdrage aan ouders te retourneren en is hiervoor gecompenseerd. Deze verrekening met de ouders moet nog plaatsvinden. Het benodigd bedrag is 6k .
Corona compensatie reintegratie, bijzondere bijstand en schuldenbeleid
Overheveling van de niet aangewende Corona budgetten in 2020. Deze middelen werden pas bekend gemaakt bij de laatste decembercirculaire. Op dit moment inventariseren we middels een enquête bij de TOZO gebruikers de behoefte aan ondersteuning. Deze lokale middelen voor schuldhulp en re-integratie worden voor de ondersteuning ingezet. De regionale gelden zijn bedoeld voor een regionaal mobiliteitsteam. Voor al deze activiteiten zijn in 2020  verplichtingen aangegaan. Het gaat om een bedrag van 9k.

Voorstel besluitpunt mutatie reserve Mobiliteit
Afwijkend van de budgetoverhevelingen zoals hierboven genoemd, is de wens om € 25k van het niet bestede deel van de mobiliteitsreserve te reserveren voor de Parkeernota Landsmeer 2021-2025. De Parkeernota is enerzijds gebaseerd op tel gegevens uit het parkeeronderzoek uit 2019 en anderzijds opgesteld in een tijd waarin weggebruikers geadviseerd worden om zich minder te verplaatsen. Voor een aanvullend parkeeronderzoek – conform de Parkeernota – is voorgesteld om € 20k te benutten voor een aanvullend parkeeronderzoek. Het uitvoeren van een nieuw parkeeronderzoek, zodra de situatie rondom COVID-19 weer genormaliseerd is, is van belang om een actueel en betrouwbaar beeld te krijgen van de parkeersituatie op dat moment en om de noodzaak voor  het nemen van maatregelen goed te kunnen onderbouwen. Het aanvullende parkeeronderzoek zal op dezelfde methode als het parkeeronderzoek uit 2019 worden uitgevoerd (twee weken, drie dagen per week).
Het resterende € 5k is voor de beleidsregels rondom oplaadvoorzieningen en gehandicapten-, deelauto en andere bijzondere parkeerplaatsen. De huidige beleidsregels voor oplaadvoorzieningen biedt veel ruimte voor interpretatie. De beleidsregels voor oplaadvoorzieningen worden aangepast ter verduidelijking voor zowel de aanvrager als de gemeente.
Het budget wordt daarnaast ingezet om beleidsregels op te stellen voor algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. Met name het gebruik van de parkeerplaatsen wordt geïnventariseerd om aan te kunnen tonen of en hoe de parkeerplaatsen worden gebruikt en of uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen noodzakelijk is. Daarnaast wordt landelijk een sterke groei van het aantal deelauto’s geconstateerd. Er wordt een toetsingskader ontwikkeld om aanvragen voor een platform voor deelauto’s te beoordelen.
Tot slot is er geen beleid voor het toekennen van belanghebbenden parkeerplaatsen aan bijvoorbeeld huisartsen. Per individuele aanvraag wordt nut en noodzaak onderzocht. Een eenduidige lijn in de beoordeling van een aanvraag is gewenst.
Het voornoemde bedrag is gebaseerd op het opstellen van de beleidsregels, het afstemmen met partijen en het besluitvormingsproces van de gemeente. Omdat het niet bestede deel van de begrote onttrekking in 2020 automatisch terug vloeit in de bestemmingsreserve mobiliteit, is het effect op het resultaat 0 bij uitvoering van dit voorstel.

Ontwerp-raadsbesluit

In het ontwerp-raadsbesluit worden bedragen voluit genoteerd, derhalve niet in duizendtallen.
Dit ter exacte aansluiting op de financiële administratie.
Het voorstel voor de bestemming van het resultaat uit 2020 ter verwerking in 2021 ziet er
dan als volgt uit:
- het resultaat van de jaarrekening vast te stellen op € 1.539k nadelig
- conform voorstel resultaatbestemming het niet bestede budget in 2021 weer beschikbaar te
 stellen voor een bedrag van € 70k
- conform het voorstel mutatie reserve Mobiliteit €25k van het niet bestede deel van de reserve
 te reserveren voor de parkeernota 2021-2025.
- het totaal van het rekeningresultaat en de resultaatbestemming ad € 1.609K te onttrekken aan de
 algemene reserve

Deze pagina is gebouwd op 07/01/2021 18:05:48 met de export van 07/01/2021 17:53:35