Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht overheden tot een risicomanagementbeleid waarin de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit een rol spelen. De beschikbare weerstandscapaciteit is het geheel van middelen en mogelijkheden om onvoorziene gebeurtenissen op te vangen. De belangrijkste bron voor beschikbare weerstandscapaciteit is de Algemene Reserve.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door het resterend risico. Dat is het risico waaraan de gemeente na het treffen van beheersmaatregelen nog is blootgesteld en dat redelijkerwijs niet in de programmabegrotingen kan worden opgevangen.
Voor het resterend risico moet binnen de gemeentebegroting dekking aanwezig zijn.
De hoogte van de dekking komt tot uiting in het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen:

  • De beschikbare weerstandscapaciteit waarmee de financiële gevolgen van resterende risico’s op het jaarrekeningresultaat gedekt kunnen worden;
  • De benodigde weerstandscapaciteit voor resterende risico’s waarvoor dekking niet meer redelijkerwijs binnen de programmabegroting is op te nemen.

Op grond van het risicomanagementbeleid moet de Algemene Reserve voldoende zijn om negatieve jaarrekeningresultaten als gevolg van resterende risico’s te dekken.

Deze pagina is gebouwd op 07/01/2021 18:05:48 met de export van 07/01/2021 17:53:35