Bedragen * € 1.000 | |||
---|---|---|---|
Kengetallen | Rekening | Begroting | Rekening |
2019 | 2020 | 2020 | |
Netto schuldquote | 64% | 66% | 75% |
Netto schuldquote voor verstrekte leningen | 64% | 66% | 75% |
Solvabiliteit | 28% | 18% | 11% |
Structurele exploitatieruimte | -1% | 0% | 0% |
Grondexploitatie | 3% | 0% | 3% |
Belastingcapaciteit (t.o.v. landelijk gemiddelde) | 113% | 116% | 116% |
Kengetallen kunnen vooral in onderlinge samenhang informatie geven. Van belang is te kijken naar ontwikkelingen en trends over een langere periode, evenals naar het onderliggende risicoprofiel. Op basis van de cijfers bij het Jaarverslag 2020 kunnen we concluderen dat de gemeente over 2020 aan de gestelde normen voldoet. Echter de schuldquote en solvabiliteit laten een dalende trend zien. Deze wordt veroorzaakt door enerzijds een afname van het eigen vermogen (negatief rekeningresultaat) en anderzijds een stijging van het vreemd vermogen (langlopende schulden).
Netto schuldquote
De netto schuldquote wordt berekend door de netto schuld conform Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) te delen door het begrotingstotaal. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven zonder en met correctie voor verstrekte leningen. In de VNG-uitgave Houdbare gemeentefinanciën wordt een schuld lager dan 100% van het begrotingstotaal als voldoende bestempeld en een schuld hoger dan 130% van het begrotingstotaal als onvoldoende. De netto schuldquote van de gemeente Landsmeer voor 2019 is met 75 % volgens de VNG-norm voldoende.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. De solvabiliteitsratio is een maatstaf voor kredietwaardigheid. De VNG-uitgave Houdbare gemeentefinanciën bestempelt een solvabiliteitsratio hoger dan 30% als voldoende en lager dan 20% als onvoldoende. De solvabiliteitsratio van de gemeente Landsmeer is voor 2020 met 11% afgezet tegen VNG-norm onvoldoende.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is een maatstaf voor het verschil tussen structurele baten en lasten waarbij rekening gehouden moet worden met beperkingen en verruimingen van de exploitatie door toevoeging en onttrekking aan reserves. De maatstaf geeft aan welke ruimte de gemeente heeft om haar lasten te dragen. Het percentage geeft aan hoeveel de lasten nog kunnen stijgen dan wel de baten kunnen dalen, voordat de gemeente de lasten niet meer volledig kan dragen. Er is geen VNG- norm voor het niveau van dit kengetal, maar een negatief percentage geeft aan dat de begroting of jaarrekening niet sluit. De structurele exploitatieruimte is 0 procent.
Grondexploitatie
Dit percentage geeft informatie over de boekwaarde van Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) en Bouwgronden in exploitatie (BIE) in verhouding tot de totale gemeentelijke baten. Er is geen VNG-norm voor de hoogte van deze ratio. In de regel geldt: hoe lager de ratio des te minder investeringen in grondexploitaties er hoeven te worden terugverdiend en daarmee hoe lager het financiële risico voor de gemeente.
Belastingcapaciteit (t.o.v. landelijk gemiddelde)
De belastingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de hoogte van de gemiddelde lasten per meerpersoonshuishouden voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De gemiddelde lasten per meerpersoonshuishouden in Landsmeer zijn met € 58,65 gestegen van € 837,90 in 2019 naar € 896,55 in 2020. De gemiddelde lasten per meerpersoonshuishouden in Nederland zijn in 2020 ten opzichte van 2019 gestegen met € 37,- van € 740,- naar € 776,-. Dit betekent dat daar waar we in 2019 circa 13% boven het landelijk gemiddelde zaten qua lastendruk, we in 2020 circa 16% boven het landelijk gemiddelde zitten.